Veelgestelde vragen

Wil je meer lezen over het Nationaal Burgerberaad Klimaat? Ga naar de veelgestelde vragen hieronder.

Het burgerberaad bestaat uit 175 gelote mensen uit heel Nederland. Ze vormen samen een zo goed mogelijke afspiegeling van de samenleving. Om het burgerberaad een zo goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van Nederland is het van belang om te weten wat de verdeling binnen de Nederlandse bevolking is. Deze verdeling wordt dan als referentie genomen om te bepalen wat de verdeling in het burgerberaad moet zijn. Er is in het Instellingsbesluit afgesproken naar vijf kenmerken te kijken: geslacht, opleiding, geografische spreiding, leeftijd en mening over klimaatbeleid. Om te weten hoe die verdeling eruitziet in Nederland op de vijf kenmerken hebben we gebruikgemaakt van verschillende bronnen. De referentiedata komen van de Gouden Standaard van het CBS (opleiding, geografische spreiding, leeftijd); Rutgers (geslacht); en een representatieve peiling van Ipsos I&O uit september 2024 (mening over klimaatbeleid).

In de infographic hieronder zie je de vergelijking tussen de Nederlandse bevolking en het burgerberaad.

Het burgerberaad krijgt kennis aangereikt door verschillende mensen en in allerlei vormen. Denk hierbij aan wetenschappelijke kennis, kennis over het huidige beleid en kennis van belanghebbenden en ervaringsdeskundigen. De deelnemers van het burgerberaad bepalen zoveel mogelijk zelf welke kennis en informatie ze willen ontvangen en gebruiken, en welke deskundigen en betrokkenen ze spreken. De organisatie van het burgerberaad is onafhankelijk en zorgt dat kennis vanuit verschillende perspectieven voor het burgerberaad beschikbaar is.

De deelnemers van het burgerberaad gaan ook op veldbezoeken in het land, zodat zij kunnen zien en ervaren hoe mensen, bedrijven en organisaties in Nederland dagelijks bezig zijn met eten, spullen gebruiken en reizen.

Er zijn twee werkgroepen die de organisatie van het burgerberaad adviseren over kennis. De wetenschappelijke werkgroep adviseert over wetenschappelijke kennis en een ambtelijke werkgroep deelt kennis over beleid. De organisatie praat ook met verschillende mensen en organisaties die kennis kunnen delen vanuit uiteenlopende maatschappelijke perspectieven, zoals: maatschappelijke organisaties, sociaaleconomische (koepel)organisaties, belangengroepen en het bedrijfsleven, gerelateerd aan het onderwerp van het burgerberaad.

De wetenschappelijke basiskennis die wordt gedeeld is kennis waar erkende wetenschappelijke instituten het over eens zijn. Wanneer er verschillende wetenschappelijke inzichten of interpretaties bestaan over één onderwerp, krijgen de deelnemers hier inzicht in. Een wetenschappelijke werkgroep adviseert hierover.

De kennis waar het burgerberaad gebruik van maakt delen we ook met de rest van Nederland via de website. Zo zorgen we ervoor dat iedereen kan zien van welke kennis het burgerberaad gebruikmaakt en dat de kennisvoorziening aan het burgerberaad zo transparant en navolgbaar mogelijk is.

De wetenschappelijke werkgroep geeft advies aan de projectorganisatie over kennis die het burgerberaad kan gebruiken. De wetenschappelijke kennis die wordt gedeeld is kennis waar erkende wetenschappelijke instituten het over eens zijn. Wanneer er verschillende wetenschappelijke inzichten of interpretaties bestaan over één onderwerp, krijgen de deelnemers hier ook inzicht in.

Ga naar het nieuwsbericht over de bekendmaking van de leden van de wetenschappelijke werkgroep.

Bij een burgerberaad komt een – vaak gelote – groep van 150 à 200 mensen een aantal keer bij elkaar. In een periode van ongeveer een half jaar gaan zij met elkaar in gesprek. Zijn doen dat over een onderwerp dat veel mensen raakt, bijvoorbeeld klimaat. Daarna geven ze een advies aan de overheid.

Ja, in heel Europa vraagt men advies aan burgers in bijvoorbeeld panels en burgerberaden. Zo organiseerde Ierland, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, Schotland, Spanje en Engeland de afgelopen jaren burgerberaden.  Die gingen over bijvoorbeeld klimaat, corona, euthanasie en abortuswetgeving. Het doel is altijd om burgers meer invloed te geven op beleid en beter te betrekken bij het nemen van besluiten.

Ja, gemeenten en provincies organiseren regelmatig burgerberaden. In 2006 was het laatste burgerberaad op nationaal niveau: het Burgerforum Kiesstelsel.

Het kabinet wil de ideeën van de mensen in dit land gebruiken bij het grootste vraagstuk van deze tijd: het tegengaan van klimaatverandering. Een burgerberaad helpt bij het maken van ingewikkelde keuzes. Het zorgt voor betere politieke besluiten en betere klimaatplannen. Plannen die haalbaar, eerlijk en uitvoerbaar zijn. 

We merken steeds meer van klimaatverandering. En van maatregelen die daarom genomen worden. Die maatregelen hebben invloed op hoe we wonen, werken, reizen en op onze portemonnee. Iedereen heeft er in zijn eigen leven mee te maken, maar lang niet altijd wat over te zeggen. Met het burgerberaad kunnen de mensen in dit land meedenken en advies geven. Zo hebben ze meer invloed op de aanpak van klimaatverandering. En zijn ze betrokken bij beslissingen die hen raken.

Nee. De vraag gaat over wat burgers, bedrijven én overheid kunnen doen. Allemaal kunnen zij duurzame keuzes maken.

Dit burgerberaad gaat met elkaar in gesprek over de vraag hoe we in Nederland kunnen eten, spullen gebruiken én reizen op een manier die beter is voor het klimaat. Onderwerpen dus die ons allemaal direct raken.

Het kabinet heeft eerst bedacht waar de vraag aan moest voldoen. Bijvoorbeeld dat de vraag niet te moeilijk of technisch moet zijn. En dat het gaat over een onderwerp waar alle Nederlanders mee te maken hebben in hun dagelijks leven. Ook moeten er voldoende mogelijkheden zijn voor de overheid om echt aan de slag te gaan met het advies van het burgerberaad. Zo is de vraag ‘Hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat?’ gekozen. De Tweede Kamer dacht hier ook over mee.

Nee, je kunt alleen meedoen als je bent ingeloot. Eerst wordt er geloot onder alle Nederlanders van 16 jaar en ouder. 70.000 mensen die zijn ingeloot, krijgen half november een uitnodiging om zich aan te melden voor het burgerberaad. Uit de aanmeldingen, opnieuw door loting, 175 deelnemers gekozen voor het Nationaal Burgerberaad Klimaat. Om ervoor te zorgen dat de groep een zo goed mogelijke afspiegeling is van Nederland, houden we hierbij rekening met de volgende eigenschappen:

  • geslacht;
  • opleiding;
  • provincie;
  • leeftijd;
  • mening over klimaatbeleid.

Het Nationaal Burgerberaad Klimaat komt binnen een half jaar tijd minstens zes weekenden samen. Alle deelnemers gaan tijdens deze sessies met elkaar in gesprek. Dat doen ze onder leiding van een onafhankelijk voorzitter en gespreksleiders. Ze kunnen ook aan het werk gaan in kleinere groepjes.

De deelnemers krijgen informatie en kennis aangeboden in diverse vormen en vanuit verschillende invalshoeken. Ook kunnen zij zelf bepalen welke informatie ze gebruiken. En welke deskundigen en betrokkenen ze willen spreken. De deelnemers gaan met elkaar in gesprek vanuit hun eigen ervaring. Hierbij wordt naar iedereen geluisterd. Zo komen ze samen tot een advies aan het kabinet. 

Alle deelnemers krijgen een vergoeding voor deelname van €120 per maand voor de tijd en moeite die ze hier in steken. Daarnaast bieden we zoveel mogelijk praktische hulp, bijvoorbeeld door het bieden van kinderopvang en het vergoeden van reis- en overnachtingskosten. 

Europees en Caribisch Nederland hebben op een verschillende manier te maken met klimaatverandering. In Europees Nederland is de hoge uitstoot van CO2 een groot probleem. In Caribisch Nederland ligt dit anders. Daar is geen grote uitstoot van broeikasgassen. De eilanden voelen eerder de gevolgen van klimaatverandering dan dat ze er de veroorzaker van zijn.

Omdat de vraag aan het burgerberaad zich richt niet richt op adaptatie (aanpassen aan klimaatverandering), maar op mitigatie (terugbrengen van de uitstoot broeikasgassen), heeft het kabinet ervoor gekozen de vraag aan het Nationaal Burgerberaad Klimaat te richten op het klimaatbeleid in Europees Nederland. Daarom hebben alleen mensen die in Europees Nederland wonen een uitnodiging ontvangen.

Het kabinet neemt het advies van het burgerberaad serieus. Ze vertelt de deelnemers binnen een half jaar welke adviezen ze overneemt en welke niet. Ook vertelt ze waarom ze dat niet doet. De afspraken hierover staan in een instellingsbesluit. Ook bespreekt het kabinet na een jaar met het burgerberaad en de Tweede Kamer wat ze met het advies heeft gedaan.

De Tweede Kamer heeft een besprekingsplicht. Dat betekent dat de Kamer het advies en de reactie van het kabinet bespreekt in een debat.

Dit doet het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL). Het OFL doet dit op verzoek van de ministeries van Klimaat en Groene Groei en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het OFL is een onafhankelijk platform voor overleg en samenwerking tussen rijksoverheid, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het houdt zich bezig met de omgeving waarin we wonen, werken, reizen en recreëren.

Het OFL heeft veel ervaring met overleg en samenwerking tussen rijksoverheid, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarom weet het OFL ook hoe je dit op een goede manier kunt organiseren.

Het budget is afkomstig uit het Klimaatfonds.

Het kabinet heeft Nienke Meijer geselecteerd als voorzitter van het Nationaal Burgerberaad Klimaat. De keuze is op Nienke Meijer gevallen onder meer vanwege haar uitgebreide bestuurlijke ervaring en actieve rol in sociaalmaatschappelijke organisaties. Verder heeft zij ervaring in het samenbrengen van verschillende groepen en partijen, zoals bij stichting de Buitenboordmotor dat zij mede heeft opgezet. 

De voorzitter is het gezicht van het Nationaal Burgerberaad Klimaat. Dat betekent dat zij het aanspreekpunt is voor de deelnemers van het burgerberaad, maar ook voor de ministers, de Tweede Kamer en bijvoorbeeld journalisten. Als het burgerberaad bij elkaar komt, zorgt de voorzitter ervoor dat het gesprek goed verloopt en iedereen respectvol met elkaar omgaat. En de voorzitter zorgt ervoor dat het burgerberaad na ongeveer een half jaar met een advies komt. 

De minister voor Klimaat en Energie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (uit het vorige kabinet) hebben de voorzitter voorgedragen. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor het Nationaal Burgerberaad Klimaat.

Het Nationaal Burgerberaad Klimaat komt in het eerste half jaar van 2025 in zes bijeenkomsten samen. De eerste bijeenkomst was op 18 en 19 januari 2025. De laatste bijeenkomst vindt plaats op 21 en 22 juni. Net na de zomer is de uitreiking van het advies aan het kabinet. Dit kabinet moet daar binnen een half jaar op reageren.

Het is heel belangrijk dat iedereen in Nederland zich kan herkennen in het burgerberaad en zich betrokken voelt. En dat iedereen het proces en de uitkomsten goed kan volgen en begrijpen. Daarom is communicatie met de samenleving belangrijk. Dat doen we zowel via onze eigen kanalen (website, nieuwsbrief, etc.) als via (social) media.

We delen zoveel mogelijk wat er gebeurt, met wie het burgerberaad in gesprek gaat, en om welke kennis het burgerberaad vraagt. Op deze manier kan de rest van Nederland zoveel mogelijk mee leren met het burgerberaad.

Verder krijgt het burgerberaad de mogelijkheid om de rest van Nederland een aantal vragen te stellen. Dit kan het burgerberaad helpen bij het schrijven van zijn advies. Hoe we dit precies doen (bijvoorbeeld in de vorm van een online enquête en straatgesprekken) ligt nog niet vast.

Het is belangrijk dat de 175 mensen in het burgerberaad samen een goede afspiegeling vormen van Nederland. Zo komen er zoveel mogelijk verschillende perspectieven en ideeën bij elkaar. Dit werkt zo:

Stap 1: Selectie van adressen en bewoners
We selecteren willekeurig 125.000 adressen uit de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Deze adressen liggen verspreid over heel Nederland. We koppelen de adressen aan bewoners van 16 jaar en ouder met de Nederlandse nationaliteit. Deze gegevens halen we uit de Basisregistratie Personen (BRP). We nodigen naar verhouding iets meer mensen uit die verder wonen van de plek waar de bijeenkomsten plaatsvinden. We doen dit omdat de reisafstand invloed heeft op het al dan niet aanmelden.

Stap 2: Versturen van uitnodigingen
Uit de bewoners van deze adressen selecteren we willekeurig 70.000 mensen. Maximaal één persoon per adres. Zij ontvangen half november een persoonlijke uitnodiging om zich aan te melden voor het burgerberaad.

Stap 3: Aanmelding
De mensen die een uitnodiging ontvangen, kunnen zich tot en met 1 december aanmelden met een persoonlijke code. Zij kunnen zich aanmelden via het aanmeldformulier op de website van het burgerberaad.

Stap 4: Loting
Uit deze aanmeldingen loten we daarna 175 deelnemers. We loten met de volgende kenmerken: geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, provincie en mening over het klimaatbeleid. Daarbij zorgen we ervoor dat de verdeling van de deelnemers van het burgerberaad zoveel mogelijk lijkt op de verdeling van de mensen in de samenleving. Dit zorgt ervoor dat het burgerberaad een zo goed mogelijke afspiegeling is van Nederland.

Met deze stappen krijgen alle mensen van 16 jaar en ouder in Nederland een kans om mee te doen aan het Nationaal Burgerberaad Klimaat. Dit maakt het burgerberaad divers en zorgt ervoor dat iedereen zich erin kan herkennen. Het Nationaal Burgerberaad Klimaat gaat over ons allemaal.

Hieronder zie je de stappen van het lotingsproces schematisch uitgelegd.

Als een deelnemer voor de eerste bijeenkomst uitvalt, zoeken we op basis van de lotingscriteria een vervanger in de groep van andere mensen die zich hebben aangemeld. Bij de start van de eerste bijeenkomst op 18 januari staat de groep van 175 mensen vast. Als er na de start nog deelnemers afvallen, dan gaan we deze mensen niet meer vervangen.

Cookie-instellingen